Huizen duurzamer dan gedacht
Nederlandse koopwoningen blijken duurzamer dan gedacht. Veel energielabels zijn verouderd en onnauwkeurig, en schieten tekort in het weergeven van de duurzaamheidsscore van Nederlandse woningen.
Doordat veel woningen een verouderd en onnauwkeurig energielabel blijken te hebben, is de werkelijkheid anders dan eerder werd verondersteld. Monitoring van de energielabels door de NVM laat zien dat Nederlandse koopwoningen gemiddeld energielabel C hebben, maar veel duurzamer zijn dan de geregistreerde labels suggereren. Ook komt naar voren dat er in de afgelopen twee jaar grote stappen zijn gezet in het verduurzamen van de woningvoorraad. Maar liefst 92% van de geregistreerde energielabels is opgesteld via onnauwkeurige meetmethoden. Bovendien vragen woningeigenaren na verduurzaming zelden om een bijgewerkt label, waardoor energielabels verouderd zijn.
Desondanks blijft er werk aan de winkel: een gemiddelde van label C betekent dat een aanzienlijk deel van de koopwoningen nog geen ‘groen’ label (groen = een A, B of C label) heeft.
Grootste duurzaamheidsuitdaging aan randen van Nederland
De energieprestaties worden sterk beïnvloed door woning- en bewonerskenmerken. Kleine vrijstaande woningen zijn vaak minder duurzaam en ouderen en huiseigenaren met lagere inkomens bezitten vaker woningen met slechtere energielabels.
Ook regionaal zijn er opvallende verschillen in de gemiddelde energieprestaties van woningen. Almere blijkt de meest duurzame woningvoorraad van Nederland te hebben, terwijl gemeenten aan de randen van het land de grootste duurzaamheidsuitdaging kennen.
Bijna alle gemeenten vragen verduurzamingssubsidie aan
Op vijf na, hebben alle Nederlandse gemeenten subsidie aangevraagd om woningen met een slecht energielabel te isoleren. Naar schatting 200.000 woningen krijgen betere isolatie, te beginnen bij kwetsbare woningeigenaren en vve’s.
In totaal vroegen 337 van de 342 gemeenten de beschikbare subsidie uit de Specifieke Uitkering (SpUk) Lokale Aanpak Isolatie aan. Bijna het volledige beschikbare bedrag van
€ 425 miljoen wordt daarmee gebruikt. Per woning is gemiddeld € 1.800 tot € 2.500 beschikbaar, meldt nieuwssite Stadszaken.
De lokale isolatie-aanpak richt zich op kwetsbare woningeigenaren en vve’s, met name huishoudens die de hulp het hardste nodig hebben. Gemeenten met relatief veel kwetsbare woningeigenaren krijgen de meeste extra middelen per woning. Hieronder vallen bijvoorbeeld de twintig stedelijke gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de gemeenten in de grensregio’s.
Nationaal Isolatieprogramma
De lokale aanpak met gemeenten is onderdeel van het Nationaal Isolatieprogramma, waar het Rijk ruim €4 miljard voor beschikbaar stelt. Het doel is om tot 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren. De nadruk ligt daarbij op de 1,5 miljoen slecht geïsoleerde woningen. Daarin zitten dus sterke regionale verschillen.
Voor de lokale aanpak is in totaal zo’n €1,5 miljard beschikbaar. Daarmee kunnen ongeveer 750.000 woningen worden geïsoleerd. In 2024 en 2025 volgen een tweede en derde aanvraagronde voor gemeenten.