Woningfinanciering in 2017
De economie gaat goed in Nederland en de koopkracht stijgt. Toch zijn er nog vaak mensen die de financiering voor een woning niet rond krijgen. Vooral voor starters is dit moeilijk. U heeft waarschijnlijk al gelezen dat de leennormen vanaf januari 2017 ruimer worden. Maar hoe zit dit precies? Hieronder leggen we het uit.
Lage rentepercentages
Vanaf januari 2017 kunnen consumenten een hypotheek afsluiten tot maximaal 101 procent van de marktwaarde van de woning. Daarnaast heeft het Nubid onlangs de leennormen voor 2017 vastgesteld. Dat doet het budgetinstituut door te kijken welk deel van hun inkomen mensen redelijkerwijs maandelijks aan hun hypotheek mogen uitgeven (financieringslastpercentages). Banken en andere hypotheekverstrekkers gebruiken deze tabellen om de maximale hypotheeksom te berekenen.
De leencapaciteit voor hypotheken met lage rentepercentages – tussen de 1,5 en 2 procent – gaat veelal omlaag. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het uitgangspunt van het Nibud is dat een hogere hypotheekrente de financieringsruimte vergroot. Doordat meer rente ook meer belastingteruggave en dus meer netto bestedingsruimte oplevert. Deze aanscherping treft met name de consumenten in het NHG-segment die de rente voor tien jaar vastzetten. Hun rente ligt namelijk onder de 2 procent (momenteel 1,94 procent).
Hypotheek-adviseurs maken zich zorgen over de groep starters, alleenstaanden en lage middeninkomens die volgend jaar minder kunnen lenen. Zij komen in de knel, omdat niet alleen kopen steeds moeilijker wordt, maar huren ook: ze verdienen te veel voor sociale huur en te weinig voor de vrije huursector.
Rentevaste periode
De rentevaste periode die in ruim 43 procent van de gevallen wordt gekozen is 10 jaar. Mensen die kiezen voor een langere rentevasteperiode, kunnen in 2017 juist wat meer lenen. Zij betalen meer dan 2 procent hypotheekrente: twintig jaar zekerheid is immers duurder dan tien jaar zekerheid. Hoewel het waarschijnlijk niet de bedoeling is, lijkt het Nibud de mensen hiermee richting een langere rentevaste periode te sturen.
Voor mensen die de rente korter dan tien jaar vastleggen, hanteert het Nibud een toetsrente van vijf procent. Dat is hoger dan de werkelijke hypotheekrente, maar op deze manier wil het Nibud voorkomen dat mensen na afloop van de rentetermijn in de problemen komen omdat de rente in de tussentijd is gestegen.
Mensen met een inkomen van 35.000 euro en een toetsrente van vijf procent kunnen volgend jaar 5.020 euro meer lenen (van 141.264 naar 146.284 euro). Mensen met een inkomen van 50.000 euro gaan van een maximale lening van 205.686 euro naar 208.977 euro: 3.291 euro meer. In alle rekenvoorbeelden houdt het Nibud overigens rekening met een gemiddelde loonstijging van 1,6 procent.
Iets erbij, iets eraf
Tot voor kort mochten tweeverdieners minder lenen dan eenverdieners met een even hoog inkomen. Om dit verschil te verkleinen, telt volgend jaar bij de bepaling van het maximale financieringslastpercentage het tweede inkomen niet meer voor vijftig procent mee, maar voor zestig. Ook stijgt de koopsomgrens voor een NHG-hypotheek in 2017 van 231.000 naar 245.000 euro. De hypotheekrenteaftrek wordt weer iets verder beperkt. Het maximale tarief waartegen de rente aftrekbaar is, daalt jaarlijks met een half procent, tot 38 procent in 2042. Huiseigenaren die in de hoogste belastingschijf zitten, kunnen volgend jaar een half procent minder aftrekken, nog vijftig procent.
Voor de aankoop van een energiezuinig huis is het ook volgend jaar nog mogelijk om een hogere hypotheek af te sluiten. Het verschil daalt wel: consumenten die een nul-op-de-meter-huis kopen, konden 27.000 euro meer lenen; dit wordt 25.000 euro.
Starterslening
Ook de fiscale regels voor startersleningen veranderen. Sinds 2013 is hypotheekrente alleen aftrekbaar als een woningeigenaar aflost op zijn hypotheek. Startersleningen – waarop de eerste drie jaar niet wordt afgelost – hadden tot nu toe een uitzonderingspositie, maar dat gaat veranderen. Startersleningen die in 2017 worden afgesloten, moeten verplicht lineair of annuïtair worden afgelost om te kunnen profiteren van fiscale aftrek. Om toch te zorgen dat starters de eerste drie jaar geen maandlasten hebben, heeft het kabinet een oplossing bedacht. Starters sluiten voortaan twee leningen af: een starterslening en een combinatielening. De combinatielening wordt gebruikt om de verplichte aflossing van de starterslening te betalen. De gewijzigde startersregeling wordt geborgd door de NHG, de combinatielening door het SVn.
Bron: Vastgoedactueel.nl